zaterdag 24 juli 2010

Cape Cross

Aan de kust van Namibië bevindt zich ruim 100 km boven Swakopmund het gelijknamige zeehondenreservaat.




Via een eindeloze weg door de woestijn kun je Cape Cross bereiken. Cape Cross wordt permanent bewoond door een kleine 150.000 zeehonden.







Een belangrijke reden voor hun aanwezigheid is de grote hoeveelheid vis die hier in de zee zwemt. Een zeehond eet namelijk zo'n 5 kg vis per dag.

Een deel van het jaar worden zeehonden afgemaakt. Dit noemt men 'culling' (uitschiften) en naar men zegt is dat nodig om overbevolking te voorkomen. De huid en olie brengen geld op.
Culling levert de nodige kritiek op van de dierenbeschermers ('zeehonden doodknuppelen'), maar het schijnt dat de culling wel op een ordelijke manier verloopt.









Cape Cross is verder bekend van de Portugese ontdekkingsreiziger Diego Cåo die hier in 1486 voet aan land zette.











Op de foto ziet u een replica van dit kruis en een begeleidende tekst.

zaterdag 17 juli 2010

Schoolreisje


Oude tijden herleefden, op 16 juli. We zaten we in een bus vol met schoolkinderen. We wilden weleens kennis maken met de Namibische mijnbouw. Een schoolklas uit Swakopmund dacht er ook zo over. Samen met ruim 30 schoolkinderen en wat toeristen zaten we in een touringcar van Rössing, die een grote uraniummijn exploiteert. Na een reisje van 40 minuten vanaf Swakopmund kwamen we in een maanlandschap nabij Arandis waar de mijn is gelegen. De mijn is 360 meter diep, 3 kilometer lang en 300 meter breed. De eigenaar is voor de meerderheid de Australische mijngigant Rio Tinto. De Namibische mijn zorgt voor een kleine 10% van de uranium produktie wereldwijd.



Door middel van het opblazen van rotsen komen er kleine blokken vrij. Deze worden vervolgens door een kraan in enorme vrachtwagens geladen. Deze Komatsu dumpers zijn bijna 7 meter hoog en hebben een vermogen van meer dan 2000 pk. Ze worden op het terrein van de mijn geassembleerd. Een wiel weegt 21 ton, incl, lading weegt de dumper bijna 500 ton. De dumpers brengen de uraniumerts naar een verzamelpunt. Hier begint een ingenieus verwerkingsproces waar uiteindelijk het eindproduct uraniumoxide uit voorkomt. Dit goedje wordt per trein naar Walvis Bay gereden. Via schepen wordt het vanaf hier naar allerlei plekken in de wereld geëxporteerd. Uraniumoxide moet in fabrieken buiten Namibië worden opgewerkt om in kerncentrales gebruikt te worden voor energieopwekking. 






We waren onder de indruk, mede vanwege de impact zo'n mijnonderneming heeft sociaal-economisch gezien, maar ook op de natuur en de gezondheid en veiligheid van mensen. Er wordt veel gedaan aan 'maatschappelijk verantwoord ondernemen', wellicht mede om de negatieve effecten te compenseren.  
De komende jaren worden nog 10 uraniummijnen in ons land geopend.